Opa vertelt

“Maar opa, er waren toen toch allang digitale klokken?”

“Ja lieverd, maar ze waren nog een stuk primitiever dan die van nu, hoor! Ze veranderden niet van kleur, ze werden niet rood als je onder de tien seconden kwam, zoals nu. Dus in tijdnood moest je echt je ogen van het bord afwenden en gericht naar de klok kijken om te zien hoeveel tijd je nog had. Dat ging natuurlijk vaak mis…”

“Maar je kon toch al wel een Fischer-tempo met increment instellen op die klokken?”

“Ja, dat kon allang, en analoge klokken werden al praktisch niet meer gebruikt. Toch werden er nog veel toernooitjes georganiseerd zonder increment. Bijvoorbeeld een snelschaaktoernooi van 5 minuten per persoon met niks erbij per zet, of een rapidtoernooi van 15 of 20 minuten per persoon met niks erbij per zet.”

“Hahaha! Echt waar?! Ik ken het eigenlijk alleen van de jaarlijkse kolderschaakavond op de club. Dan krijg je vaak van die hilarische taferelen aan het eind, waarbij het niks meer met schaken te maken heeft. Dan staat er iemand tien stukken voor, maar zijn tijd is op, en als de ander dan nog net een pionnetje over heeft weten te houden, heeft hij gewonnen omdat hij matpotentieel heeft. Of ze hebben allebei nog 5 seconden, en dan wint degene die toevallig zetten dicht bij de klok kan doen. Maar daar werden toen hele toernooien mee gespeeld?!”

“Jazeker! Ik heb er ook nog aan een aantal meegedaan. Als je af en toe een toernooitje wilde spelen in die tijd, ontkwam je er haast niet aan.”

“Maar die toernooien kon toch niemand serieus nemen?”

“Nou, ik niet nee, maar veel mensen namen ze destijds wel serieus. Ze heetten dan bijvoorbeeld < snelschaakkampioenschap van de Haagse schaakbond > of < rapidkampioenschap van de Haagse schaakbond >, en er waren geldprijzen voor de winnaars, zodat er soms zelfs grootmeesters meededen.”

“Dat meen je niet! Leenden die zich voor zo’n circus-act?! Maar wat vonden de arbiters er van? Vonden die het niet vervelend, al die conflicten die kunnen ontstaan, zeker op de hogere borden, waar het om geld gaat? Gebeurde het dan niet vaak dat iemand een geldprijs won puur door een discutabele beslissing die een wedstrijdleider moest nemen?!”

“Dat gebeurde best wel eens, ja, en wedstrijdleiders vonden het natuurlijk niet prettig om dat soort beslissingen te moeten nemen.”

“Maar hoe zat het dan bij de officiële rapid- en blitztoernooien van die tijd, voor de wereldtop?”

“Nou, bij de wereldkampioenschappen rapid en blitz was allang omgeschakeld op 15 minuten + 10 seconden per zet en 3 minuten + 2 seconden per zet, zoals het nog steeds is. Maar op de één of andere manier bleven veel organisatoren van regionale toernooitjes vasthouden aan de traditie van het spelen zonder increment.”

“Hoe is er dan toch een einde aan gekomen, opa?”

“Nou meisje, voor wat betreft de Haagse schaakbond heb ik daar zelf nog een kleine rol in gespeeld, en daar ben ik best een beetje trots op! Het zal zo begin 2015 geweest zijn, dat ik bij de algemene ledenvergadering van de HSB een motie heb ingediend, die zei dat er voortaan bij alle officiële HSB-kampioenschappen met increment moest worden gespeeld. Gelukkig, en eigenlijk tot mijn grote verbazing, werd deze motie unaniem door de leden aangenomen! Zichzelf respecterende organisatoren van minder officiële toernooien konden daarna niet achterblijven. En zo werd het spelen zonder increment iets voor kolderschaakavonden en uit de geschiedenisboeken.

Maar nu: genoeg geouwehoerd! Aan het werk jij! Magnus komt zo langs om je te trainen, en je weet hoe chagrijnig hij wordt als hij merkt dat je je huiswerk niet hebt gedaan!”

Plaats een reactie

WP-Backgrounds by InoPlugs Web Design and Juwelier Schönmann

    Laat zien dat je geen robot bent door de volgende afbeelding te kiezen Kopje.