Het kampioenschap is over de helft en er begint een klein beetje tekening in de strijd te komen, in groep B misschien iets meer dan in groep A. Maar we zijn er nog lang niet!
Wel slaagde Gert Legemaat er in alleen aan de leiding te komen na een gedegen partij tegen Gerard Milort. Geen schwindel deze keer die hem kon redden. Bord 1 wordt in de 6e ronde een onderonsje van twee clubgenoten, waar mogelijk de toekomstige kampioen uit zal gaan komen. Ted Barendse wist namelijk te winnen van Rachid Schrik, die een rustig opgezette partij langzaam uit zijn handen zag glijden. Maar achter hen loeren nog een paar kapers op de spreekwoordelijke kust. Twan van der Togt liet er geen twijfel over bestaan dat hij een rijzende ster is aan het schaakfirmament en won vrij snel van Ferdi Sieben. Rob van Helvoort voegde zich ook bij de vijf achtervolgers door de wellicht nog niet helemaal van de schok bekomen Leo Duijvesteijn te verslaan en Mike Hoogland wees Bilal Yalçin terug.
Wisselspeler Ton Thijssen verving Han Terpstra, die zoals reeds gemeld zich teruggetrokken had, en had er in in. Timo Bottema had althans geen goed antwoord. Frans Vreugdenhil kon na een afwezigheid van enkele ronden eindelijk weer spelen, maar lijkt al enige tijd niet erg op dreef. Frank van den Bos confronteerde hem met enkele pluspionnen en dat was te veel van het goede. Vincent Oudewaal kan nog gaan voor een toppositie, al raakt iedere week een prolongatie van zijn titel verder weg, maar moet dan wel alles winnen. Zijn eerste slachtoffer in dit streven was Ed Eveleens, die het ondanks creatief spel niet bolwerkte. Derk Dekker, ook terug van twee weken weggeweest, had er zin in en liet dat André van der Weijde duidelijk voelen. Nico Vromans is nog steeds ambitieus in zijn partijen, maar wil er ook plezier aan beleven. Hij speelde dan ook niet bang tegen Marco van Straaten en ging strijdend ten onder. Bob Ameling leek een goede stelling opgebouwd te hebben tegen Koos Roeleveld met uitzicht op meer, maar ergens ging het verkeerd, want het uitslagenbriefje vermeldde winst voor Koos. Carel Gijsen verzuchtte dat hij echt niet in vorm is, maar men mag Theo van Orsouw nooit onderschatten. Die zal iedere partij er gewoon weer voor gaan. Peter Monté was na de eerste paar ronden flink achterop geraakt. Echter, een tweede overwinning op rij brengt hem inmiddels alweer op 50%. Deze keer was het Evert Baak, uitgerust na een welverdiende vakantie, die in het stof moest bijten. Het betere duw- en trekwerk vond plaats op het bord van Adri Voermans en Edo Nitzsche. De laatste is er om bekend dat hij beschikt over goede defensieve kwaliteiten en Adri kwam er met de witte stukken dan ook niet door. Jaimy Luk is in het kampioenschap nogal wisselvallig. De ene keer wint hij overtuigend, de andere loopt het niet lekker en dat moet je tegen Maurits Bons nu net niet hebben. Zoals gewoonlijk had de veteraan weinig tijd over, maar het resultaat was er wel naar. Joost Scholten speelde voortvarend tegen Bart van Strien en leek aan het langste eind te gaan trekken. Helaas verloor hij toch weer de greep op de stelling en ging de winst naar de Rijswijker. Dat betekent dat Joost en Jaimy in de zesde ronde gaan strijden om de laatste plaats.
In groep B kwam Cor Kanters tot zijn schrik binnen een uur een stuk tegen een pion achter. Geen nood, want als gewoonlijk bleef hij knokken voor compensatie. Het duurde ook nu weer een groot deel van de avond voor hij capituleerde. Aan het volgende bord gold 'ons kent ons' en Jaco Arkesteijn bleek zijn clubgenoot Frans van Kampen goed genoeg te kennen om hem vanaf het begin onder druk te zetten en te houden. Het leverde hem na urenlange strijd het punt op. Op de borden daar achter werd het lange tijd geprobeerd, maar Ike Tjin a Lien kwam niet door de verdediging van de actief tegenspelende Edwin van der Leij heen en Sjaak van As trof in Wybe Sierksma een onverzettelijke tegenstander. Robert van Eibergen probeerde tegen Otto Boot wat hij kon, maar ook hier bleek onverzettelijkheid de kracht van de zwartspeler. Deze schermutselingen leidden er wel toe dat er nu twee spelers een punt los staan van hun achtervolgers. In de zesde ronde gaan ze de grote controntatie aan.
Mark Breton groeit steeds meer in het toernooi. Tegen Paul Koks pakte hij het stevig aan en gaf zijn tegenstander weinig hoop. Max van Herpen had een lastige partij tegen de taaie Jan Nienhuis en moest er hard aan trekken om door de zwarte linies heen te breken. Uiteindelijk lukte dat. Hugo van der Laan was opnieuw snel klaar, deze keer tegen Mitchell Vuong. Alleen nu was hij het die een punt mocht bijschrijven. Opnieuw een broederstrijd werd gevoerd tussen Alfred van der Helm en Dimitri Karagantcheff. Het liep allemaal net iets soepeler voor de zwartspeler. Edgar Huisman was er eens rustig voor gaan zitten tegen de op rating bijna gelijkwaardige Frits Varenkamp. Het leverde hem de overwinning op. Monique Keuzenkamp gaat ook lekker in dit kampioenschap. Leen Prins kan er van meepraten. Binnen een uur stond onze enige dame een stuk voor en hoe Leen het ook probeerde, ze gaf het niet meer terug. Puntje erbij derhalve. Auke de Vries had het relatief gemakkelijk. Tegen een jeugdspeler moet je altijd op je qui vive zijn en dat deed hij ook. Hij dwong daarmee Justus van Klaveren tot overgave. Jan Bouke Tiersma had dezelfde boodschap, maar bij hem liep het allemaal net even anders. Heel anders. Thomas Luk speelde geconcentreerd en trok de partij naar zich toe. René Weerts is tot rust gekomen en weer toe aan overwinningen. Het was Ad Oomes die daar het slachtoffer van werd. Raf van Hogezand speelde aan het laatste bord tegen Jan Zonneveld in een poging om van de nul af te komen en misschien zelfs van de laatste plaats. Het eerste lukte, het tweede niet, na een pittige partij die in remise eindigde.
door Gerard Milort
Ik had nog steeds aan kop kunnen staan…
Je kunt niet altijd geluk hebben, en ook al speel je een goede partij, de winst is nooit gegarandeerd. Twee rondes geleden zag ik hoe Gert met zwart een verrassende (?!) en stevige overwinning haalde op Timo Bottema vanuit de Tsigorin opening. Een opening die ik niet ken, maar het leek me wel leuk om dat eens tegen te spelen. Ik koos met 3.Lf4 een iets ander plan dan Timo en na 15 zetten was er een spannende en tweesnijdende stelling ontstaan:
stelling na 15.e4
In plaats van het verwachte 15.e3xd4 verraste ik Gert met 15.e4! Een mooie tripple pion op de d-lijn voor zwart; als d4 valt met voordeel voor wit, maar anders… Maar wat moet zwart nu spelen in de diagramstelling? Na slaan op c4 of op e4 neemt wit met het paard terug en valt direct pion d4 aan. Ik had 15… dxe4 16.Pxe4 Pxe4 17.Lxe4 d5! verwacht, met ongeveer gelijke stelling. Zwart verraste mij echter op zijn beurt met het sterke
15… Pg6!
Een aantal zetten later stond het zo:
stelling na 23.Pd4
Hier was ik best tevreden over mijn stelling. Maar ik realiseerde mij niet dat ik zojuist de verliezende zet had gedaan. Na 23.f4 Dg4+ of Pg4 staat het gelijk. Ik meende echter dat ik door de velden f3 en f5 te dekken wellicht nog kansen op meer had. Na zwarts antwoord wist ik wel beter. Ik stond ineens verloren.
23… f5! Toch! Op 24.exf5 volgt uiteraard Dxd4! 25.Dxd4 en Pf3+ met stukwinst. Maar ik had nu toch 24.Pxf5… En toen zag ik dat op 24.Pxf5 Txf5! volgt! 25.exf5 Dh3! En Pxf3+ gevolgd door Dh2 mat is niet te dekken! De fopper gefopt. Het beste was nog 24.f4 Pg4 25.Dg3 Dxg3 26.hxg3 fxe4 en zwart wint ook. Ik speelde
24.Td1 en kon enkele zetten later opgeven.
Een leuke partij, maar helaas wel 0 – 1.