Dinsdag 13 november is het Nationale Schaakgebouw het strijdtoneel voor de laatste wedstrijd in de tweede ronden van de 1e klasse B, waarbij het zaaltje zonder prijzenkasten benut wordt om de acht borden, zestien spelers, wedstrijdleider, fotograaf en verslaggever in alle rust hun werk te laten doen.
Het vijfde van DD ontvangt het vlaggenschip van Pomar. Beide ploegen wonnen hun eerste wedstrijd, dus deze wedstrijd is een kans om onderling het verschil te maken. Na het openingswoordje van Max van Herpen worden de klokken op tijd aangezet om wederom op 8 borden boeiende confrontaties te presenteren.
Op de twee borden waar het Franse spelsysteem gehanteerd wordt zal de strijd het langste duren en zal de thuisploeg 1½ bordpunten opleveren. Ook het Tartakowersysteem wordt onweerlegbaar toegepast door de thuisploeg in een partij die evenals de partijen met de Franse systemen na elven beslist wordt.
De eerste beslissing valt op bord 8, waar Frits Berendse in het aangenomen koningsgambiet een stevige pionnenformatie f4-g5 bouwt die de witte formatie van Theo van Vorselen de nodige aandacht vraagt. Wit krijgt een pion op de 5e rij en heeft zicht op een stevig steunveld op f6. Het plan van aanpak wordt gedwarsboomd als een oprukkende zwarte g-pion het initiatief neemt en een vrije diagonaal voor zijn zwarte veldenloper creëert. Met het nemen van de witte pion op h4 is het zwarte paard op g5 gepend en wordt de dame op g2 aangevallen. Waarna wit kan kiezen tussen materiaalverlies in verschillende gradaties, zonder dat er een betere optie tussen zit. De bezoekers komen op 0 – 1.
In de partij tussen Ortwin Noija van DD en de heer Gerritsen van de bezoekers komt er een vierpaardenspel op het bord, waarbij de thuisploeg vlot een pion op de 5e rij krijgt. Er wordt tegengesteld gerokeerd, waarbij wit voor de lange versie kiest. Zwart opent de b-lijn, waarna pionnenopmars over de damevleugel gecombineerd wordt met het plaatsen van de lopers op de diagonalen f6-a1 en e6-a2, waarmee de witte koningsstelling volledig in de tang is. Ortwin Noija laat het er niet op aankomen dat zijn koning mat gezet wordt, waarmee de bezoekers na iets meer dan twee uur strijd op 0 – 2 komen.
Een Siciliaanse Najdorf ligt in de strijd tussen Han Terpstra en Erik van de Graaf aan de basis van een eerste bordscore voor de thuisploeg, die met zwart het drie-rijensysteem hanteert. Wit krijgt een mooie pionnenformatie met e4-f4-g4, waarna de strijd om de d-lijn gewonnen wordt door zwart. Wit staat deze lijn af met behoud van één toren op het bord om die op de g-lijn te benutten. Als de f-lijn open komt te liggen dwingt zwart een verzwakking van de witte pionnenformatie op de damevleugel af: stukruil zorgt voor een dubbelpion op de c-lijn. Het is nog voldoende gecompliceerd om daar de volle winst uit te halen, waarna het remise aanbod van de bezoekers geaccepteerd wordt: het staat ½ – 2½.
Felix Ferschtman en Frans Engering presenteren een dame-indisch, waarin zwart in een vroeg stadium een dame op c5 nestelt. Een afwikkeling zadelt zwart op met een dubbelpion op e6-e7, waarna de e6-pion eraan moet geloven. De witte dame, twee torens en loper beheersen de velden en dwingen met ruil van één der torens een gepasseerde vrijpion op c6 af. Een wit kwaliteitsoffer dat na ruim drie uur strijd volgt kan niet aangenomen worden, waarmee de thuisploeg een stuk kwijt is. Frans Engering ziet geen mogelijkheden voor effektief tegenspel, waarmee de bezoekers op ½ – 3½ komen en een half punt van een matchpunt verwijderd zijn.
Perry van der Meer gaat de witte formatie van Adri Voermans bestrijden met de Leningrader, waarbij zwart een stevige pionnenformatie opbouwt met een uitloper op e4 die de loper op g2 opsluit. De open d-lijn blijft lang onbenut, maar wit legt met een toren beslag op de e-lijn zodra die open komt te liggen. Een open lijn die tevens zwart de mogelijkheid van een familiepenning biedt. Wit probeert de situatie te sussen door de kwaliteit aan te bieden, maar dat biedt zwart de mogelijkheid een stelling te bouwen rond de penning die twee pionnen oplevert die als verbonden vrijpionnen over de damevleugel oprukken om in plaats van de kwaliteit een vol stuk op te leveren. Aangezien de stukwinst gecombineerd wordt met schaak dwingt het verdere vereenvoudiging van de stelling af, waarna de pionnen niet meer af te stoppen zijn. Zover laat Adri Voermans het niet komen, waarmee de bezoekers verzekerd zijn van de volle buit qua matchpunten.
Het is dan elf uur geweest als de drie langste en daarmee voor de thuisploeg meest rendabele strijden nog volop aan de gang zijn. Het Tartakowersysteem wordt op bord 1 door Wouter van Markestein en Foppe Jan Montsma gepresenteerd, waarbij zwart spoedig een g6-h5 op pad stuurt om de koningspionnenformatie aan te vallen. De h-lijn komt open, waarna de zwarte formatie met f7-g6 over een solide formatie beschikt tegen een zwakkere witte f4-g3 formatie, waar een zwarte loper op g4 die vleugel bij wit een poosje lamlegt. Zwart wint een pion en met de nog beschikbare stukken ziet Wouter van Markestein er geen heil meer in, waarmee de thuisploeg een bordpunt aan achterstand inloopt: 1½ – 4½
Zoals eerder gemeld zijn de Franse systemen nog onbeslist met nog voldoende addertjes onder het gras voor alle betrokken spelers. Jan Kees Bartels krijgt het met zijn witte formatie snel voor elkaar de witte veldenlopers af te ruilen, waarna Karel Stolte met een zwakke loper opgescheept zit en Jan Kees zelf zich de luxe van een aktieve loper toeeigent. Met een witte pion op de 5e rij komt Karel Stolte met zwarte oprukkende pionnen over de damevleugel de stelling daar opengooien. Een zwarte toren bereikt onbedreigd g3, terwijl een witte dame en toren over de f-lijn regeren. De witte e-pion is paraat zodra de zwarte toren en dame met een vorkje bediend kunnen worden. Zwart komt niet toe aan een beslissende combinatie en moet genoegen nemen met het remise-aanbod van Jan Kees Bartel, als de strijd op bord 7 in zijn laatste tien minuten beland is.
Maar voor het zover is, is er wel het nodige gebeurd in de strijd tussen Kees Vink en Alex van Leuken, waarbij er tegengesteld gerokeerd is na een vroege f4 van wit. De lange witte rokade inspireert zwart tot een damepionnenopmars die een steunveld op c4 creëert, waar een zwarte toren als een vorst geplaatst wordt. Nadat er meer zwarte stukken op hun plaats gezet zijn en witte stukken in die fase alleen maar kunnen afwachten offert zwart de kwaliteit en krijgt daarvoor een pion extra plus de tijd om meer stukken mee naar het front te nemen. Tussendoor rukt de witte f-pion verder op, maar kan geen open lijn creëeren en biedt daarentegen een zwart paard een prima positie. Met vervolgens zware zwarte stukken op de vijfde en zevende rij kan de b-pion zich promoveren tot een gepasseerde pion en staat op de zevende rij als wit zijn kwaliteitswinst behouden heeft bij verdere vereenvoudiging van de stelling. De winst voor de thuisploeg op dit bord is nog voldoende uit te stellen, maar omdat het op het eerste gezicht eenvoudig lijkt feliciteert Kees Vink zijn tegenstander en komt de eindstand op 3 – 5 voor de bezoekers.
Pomar sluit zich hiermee bij aan bij DSC 5 en Bobby Fischer Wassenaar, die eveneens twee gewonnen matchen achter de rug hebben. DD 5 volgt op twee punten, terwijl de overige vier ploegen het met minder matchpunten moeten doen: één voor Scheve Toren 2 en Haeghe Ooievaar, terwijl de score voor de Zoetermeerse formaties Promotie 3 en Botwinnik 4 nog blanco is. De eerste twee wedstrijden van de derde ronde staan gepland op dinsdag 4 december: in De Schilp ontvangt Pomar dan Haeghe Ooievaar en Scheve Toren gaat op bezoek naar Denksportcentrum Olympus voor een strijd tegen Promotie.