De Bondsraadsvergadering van de KNSB heeft afgelopen zaterdag 27 november 2010 het groene licht gegeven voor het Meerjarenbeleidsplan voor de periode 2011-2014. Ook het jaarplan en de begroting voor 2011 zijn goedgekeurd.
De vergadering begon met de herdenking van Henk Wille, de oud-voorzitter van de KNSB die in juli op 83-jarige leeftijd is overleden. Wille is 28 jaar bestuurslid van de KNSB geweest, waarvan 14 jaar voorzitter. Zijn periode als voorzitter was een rustige en stabiele periode, waarin veel is bereikt voor het Nederlandse schaakleven.
Het Meerjarenbeleidsplan moet een antwoord geven op de neergaande lijn van het schaken in Nederland. Het Bondsbestuur heeft zich als doel gesteld om de ledendaling bij de schaakverenigingen tot staan te brengen en Internetschaken en het jeugd- en schoolschaken verder te stimuleren. Dit zou moeten leiden tot 8% meer leden in 2014.
Vanuit de vergadering werd opgemerkt dat het schaken in de eerste plaats een sociale activiteit is, waarbij mensen elkaar ontmoeten en sociale contacten leggen. Dit zou een uitgangspunt van het beleidsplan moeten zijn. Een implicatie daarvan is dat de prioriteit bij het schaken in de verenigingen wordt gelegd. Ook de KNSB meent dat de verenigingen de kern van de bond zijn.
De HSB steunt de ambitie van de KNSB van harte, maar vindt dat het Meerjarenbeleidsplan te weinig innovatief is op het punt van de ledenwerving. Een van de kritiekpunten betreft het besluit van het KNSB-bestuur om recreatieschakers (dat wil zeggen schakers die alleen aan de interne competitie van hun vereniging meedoen) niet toe te laten als aparte categorie leden die een lagere bijdrage aan KNSB betalen dan degenen die aan de HSB- of KNSB-competitie en andere wedstrijden meedoen (wedstrijdschakers). De HSB denkt dat een recreatielidmaatschap meer mensen ertoe kan brengen om in georganiseerd verband te gaan schaken. Het HSB-bestuur zal daarom een voorstel uitwerken voor een laagdrempelig instaplidmaatschap binnen de eigen regio en dat voorleggen aan de Algemene Ledenvergadering in april.
Teleurstellend was ook dat het KNSB-bestuur heeft besloten om rapid- en snelschaakkampioenschappen voorlopig niet op de lijst van kernevenementen te zetten, zoals de HSB had gevraagd. Kernevenementen zijn wedstrijden waarvan de KNSB garandeert dat zij elk jaar plaatsvinden en waarvoor zij zo nodig geld en menskracht beschikbaar stelt. De NK’s rapid en snelschaken zullen nu op particulier initiatief moeten worden georganiseerd.
Na een aantal moeilijke jaren gaat het in financieel opzicht inmiddels wat beter met de KNSB. Een punt van zorg is echter dat de bond erg afhankelijk is van subsidies van het ministerie van VWS en van NOC*NSF. In de huidige economische situatie mag je niet te veel op subsidies vertrouwen. De Bondsraad heeft er daarom op aangedrongen maatregelen te nemen om onvoorziene tegenvallers te kunnen opvangen.
Wat betreft het topschaken heeft de KNSB de ambitie dat Nederland gaat behoren bij de 10 sterkste schaaklanden. Op dit moment neemt Nederland de 14e plaats in. Dit streven lijkt reëel, omdat de verschillen met de landen vlak boven ons zijn gering zijn en omdat er veel jonge talenten zijn. Bij de dames wordt voorlopig gestreefd naar het handhaven de huidige top-14 positie.
De KNSB wil meewerken aan een opwaardering van de regionale kampioenschappen. In alle regio’s doet zich het verschijnsel voor dat sterke spelers verstek laten gaan. Het KNSB-bestuur heeft toegezegd met een plan te komen om de regionale kampioenen te laten strijden om een plaats in het NK.
De voorzitter van de KNSB, Eddy Schuyer, werd herbenoemd voor een periode van drie jaar.