Na een debuut in 2008 was ik 5 juni voor de tweede maal present bij de SHTV-editie van de Haagse Rapidcyclus. In 2008 was er met 1 uit 7 nog sprake van een regelrechte wanprestatie, terwijl er deze keer een dubbele prijs in de wacht gesleept werd.
De wanprestatie in 2008 inspireerde echter wel tot de beste uitvoering van een 12 uur die ik ooit gelopen heb, tijdens de 12 uur van Haag Atletiek één week later. De afgelegde 82½ kilometer van 2008 is welliswaar ruim 15 kilometer minder dan de 97,6 tijdens de 12 uur van Huizen in 1990. Maar in 1990 stond er een maand later de 28 uur van Roubaix (207,8 km) op het programma en heb ik 8 uur freewheelend gelopen om slechts de laatste 4 uur volle bak te draaien. Er was bovendien een maand eerder ook al een 100 mijl binnen de 22 uur gelopen in het Engelse Hungarton.
Tijdens de 12 uur in 2008 zat er twee minuten verschil tussen de langzaamste en de snelste ronde. Kwalitatief beter uitgebalanceerde training dan in 1990 ligt daarbij aan de basis.
Met deelname aan de SHTV-editie wordt de cyclus van 2010 helemaal compleet gemaakt. Voor de tweede keer zijn we te gast in het SBS-denksportcentrum en kon er geschaakt worden op twee hoog, met een balkonnetje binnen handbereik en uitzicht op de Vogelkelder, waar het tijdens de pauze prima vertoeven is.
Evenals de vorige editie in dit denksportcentrum mocht ik openen tegen Frans Pieter van den Bos met verwisseling van kleuren. Voor mijn gevoel wordt het een interessante partij, waarbij ik op gegeven moment voor een manoeuvre kies, die voor Frans Pieter eenvoudig te weerleggen is.
De tweede ronde mag ik voor de derde keer tegen Pim van der Meiden aantreden. Na tweemaal een klassieke partij is er nu slechts 20 minuten bedenktijd. Pim zet het Hollands op het bord, waartegen ik nu een aanzienlijk comfortabeler stelling op het bord kan zetten dan pakweg 7 maanden geleden.
Tegen Wim Reimer volgt een spannende pot in het siciliaans, waarbij de zwarte stukken door mij bediend worden. Met een toren, drie pionnen en natuurlijk de koning voor beiden nog op het bord had ik de partij gewoon op remise moeten houden. Dat komt niet in mij op en probeer te winnen. Om met 1 uit 3 te gaan lunchen.
Na de lunch op het balkon verorbert te hebben breng ik een bezoek aan de vogelkelder. Waar je het gevoel hebt een dierentuin te betreden: niet alleen cavia's en konijnen zijn daar live te aanschouwen. Ook eekhoorns hebben kruipgangen van boom tot boom en de reptielen die er ten toongesteld staan zijn geen opgezette versies. Ik koop er een ijsje, zodat de Vogelkelder toch nog iets aan mijn bezoek overhoudt.
Na de pauze mag er met wit tegen Jan van der Meer gestreden worden, waar de zorgvuldigheid te wensen overlaat. Met een kwaliteit en een pion achter probeert wit de stukken nog zo optimaal mogelijk in te zetten. Met als resultaat dat de kwaliteit teruggewonnen wordt en zwart nog even op moet letten om uit een mat-net te ontsnappen. Het pion-verschil waar sprake van blijft geeft de doorslag.
Na in de vijfde ronde gewonnen te hebben wordt er opnieuw met wit niet helemaal handig gespeeld tegen Niek Wisse. Om spel te houden moet wit een paard offeren voor twee pionnen, want de optie 'terugtrekken en er passieve, ingesloten stukken op na houden' is ook niet alles. Het aktieve spel levert in elk geval op dat het nog lang spannend is, maar Niek speelt het soepeltjes uit en komt op 3½ uit 6. Voor mij zit verbetering van het beste resultaat van deze cyclus (3½ uit 7 op 10 april) er niet meer in. In de slotronde wordt de derde overwinning behaald. Goed voor een fles wijn als dagprijs. De cyclus brengt 9½ punt op het scorebord, wat genoeg is voor een overall-prijs in eigen ratingcategorie.