Haeghe Ooievaar-voorzitter Hugo Brits, die samen met Ben Spierings (SHTV) en Wim Vink (DD) de toernooidirectie van het Haags Weekendtoernooi vormt, stuurde een aardige toernooi-impressie in.
“Altijd november, altijd regen”. Een vaste combinatie, vond Jacques Bloem. Maar ze geldt niet voor het Haags Weekendtoernooi, dat ieder jaar in november wordt verspeeld met het mooiste weer van de wereld. Afgelopen weekend was het weer zover. Maar liefst 126 deelnemers waren naar de speelzaal van de Haeghe Groep aan de Kerketuinenweg gekomen. “Wat hebben die met de weersomstandigheden te maken?” zult u zich afvragen. Schaken is immers onafhankelijk van het weer. Maar als de zon uitbundig, laag en pal in de speelzaal schijnt, als zelfs de automatische zonwering onvoldoende blijkt om het mooie weer buiten te sluiten en als wedstrijdleiders halsbrekende toeren met extra verduisteringsmateriaal moeten improviseren, tja, dan moet u zich kunnen voorstellen, dat ons steeds heerlijker wordende klimaat een bezoeking is voor de toernooiorganisatie.
Maar gelukkig hield de zon de deelnemers niet af van het spelen van prachtige partijen.
Dit jaar waren ze niet alleen verdeeld in een A- (ratings boven de 1800) en een B-groep (ratings van 1500 tot 1900), maar was er bovendien een C-groep met ratings beneden de 1600. Deze eerste keer begon de C-groep nog bescheiden met 21 deelnemers, maar daarvan waren er maar liefst negen met een rating van 1400 of minder, en dat zijn gewoonlijk de witte raven op dit soort toernooien.
A-groep
De hoofdprijzen bij het Haags Weekend Toernooi zijn bescheiden, reden waarom we er zelden een grootmeester zien verschijnen. De hoogste ratinghouder was dit jaar Edwin van Haastert (Elo 2402). Bij gebrek aan een grootmeester kreeg hij de zware status toebedeeld van de te kloppen man. Al in de eerste ronde moest hij een plusremise toestaan aan Eric Hoogenes, de gloednieuwe medewerker van Servicepunt West van de KNSB. En in de derde ronde werd hij zelfs afgetroefd door het geniale jeugdtalent Julian van Overdam (12 jaar). Spectaculaire partij, vooral op het laatst. Edwin prakkiseert zich suf, maar komt er niet doorheen. Hij heeft nog één minuut op de klok, Julian tien. Maar Edwin is een gehaaide snelschaker en slaagt er toch nog in een heel lastig probleem voor zijn tegenstander te creëren. Rustig denkt Julian na. De seconden tikken weg. Geen reactie. Nu heeft Julian zelfs iets minder tijd dan Edwin. Daar komt zijn zet, Edwin antwoordt à tempo. Wat er dan gebeurt is met het blote oog nauwelijks meer te volgen. Geram op de klok, Edwin speelt alles of niks, laat zich een toren van het bord knallen en een paar seconden, maar vele zetten later promoveert Julian’s pion tot koningin. Het is voorbij. Na een bye in de eerste ronde, had Julian vervolgens een andere favoriet, Henk van Putten (Elo 2247) verslagen. Toen hij ook in de vierde ronde won, leek hij zelfs een gevaarlijke outsider voor de titel. Maar in de vijfde ronde werd hij strategisch overspeeld door Gert Legemaat. Daarom niet getreurd, in de laatste ronde spoedt Julian zich, met koning en stukken zijn pion beschermend, naar de achterlijn. Zijn tegenstander, Eric van ’t Hof (Elo 2060), drijft Julian’s koning naar de hoek en onze jonge held dreigt mat te gaan. Maar hij heeft het allemaal heel precies berekend. Met een verbluffende laatste zet geeft hij zijn kroonpion op en wint hij de overgebleven toren van zijn tegenstander. Uit.
Aldus won Julian met 4,5 uit 6 de gedeelde vierde prijs. Hij kwam daarmee een punt tekort op de winnaar, Fred Slingerland (Elo 2336). Fred won zijn partijen bijna geruisloos. Pionwinst boeken en kalmpjes dat voordeel in winst omzetten. Maar zoals u weet, is dat alleen op papier eenvoudig. Na vijf ronden had Fred vijf punten en een vol punt voorsprong op zijn achtervolgers. Met een grootmeesterremise in de laatste ronde haalde hij de toernooizege binnen.
B-groep
De gang van zaken in de B-groep was in zoverre vergelijkbaar met die in de A-groep, dat ook hier na vijf ronden een eenzame leider vijf punten had verzameld en de rest ten minste op een vol punt achterstand stond. Maar Maurits Bons is geen man voor remises. Voor iedere partij bedenkt hij een winstconcept. Slaagt zijn tegenstander erin dat winstconcept effectief te frustreren, dan bedenkt Maurits een ander winstconcept. Maar nooit een remiseconcept. Ooit in de geschiedenis heeft hij weleens een remise geboekt; als hij geen matpotentieel meer over had en zijn tegenstander evenmin. Dit weekend was zijn ene winstplan nog mooier dan het andere. Compromisloos zocht hij de meest bizarre risico’s op. Hij offerde een dame. Zijn tegenstander weigerde het offer en dreef Maurits’ koning met een regen van schaakjes naar de achterlijn. Maar Maurits had gezien dat hij naar een veilig hoekje kon ontsnappen en besliste de partij met promotie naar een tweede dame. In de laatste ronde kreeg hij een eveneens op winst beluste clubgenoot, Frans Pieter van den Bos tegenover zich. Maurits bouwde aan een uiterst merkwaardige pionnenwal tegen de Van Geet-opening. Schijnbaar achteloos verspeelde hij een pion, maar dat bleek een strategisch offer. Zelden zal op het schaakbord zo’n fraaie omsingeling met een pion minder zijn gerealiseerd. Frans Pieter was helemaal ingeklemd op de rechterbenedenhoek van het bord, Maurits’ stukken wervelden er omheen. Foutje van Wit, bliksemsnelle combinatie van Zwart en Maurits had 6 uit 6 en een TPR van over de 2500.
C-groep
In de C-groep was er geen sprake van een overduidelijke dominantie van één speler. Tot de laatste ronde was er nog van alles mogelijk, maar Maarten Bosma wist zijn belagers telkens net een half punt voor te blijven en ging verdiend met de eerste prijs naar huis. Deze groep kende ook een prijswinnares, in de persoon van Kristy Bemmelmans (vierde).
Samenvattend
De organisatie kan terugkijken op een geslaagd toernooi, heet het in dit soort gevallen. Fijn, maar als je, vervuld van een zekere tevredenheid, tussen al die schakende hoofden heen en weer loopt, kan een kleinigheid je bestaanszekerheid onderuit halen. Hoe geslaagd was dit nu eigenlijk? Peinzend keek ik naar het notatieformulier van Julian. Hij had keurig het tempo ingevuld: 2 uur per persoon per partij. Maar zijn broertje, Jan junior, nauwelijks minder veelbelovend – hij heeft inmiddels ook een rating van negentienhonderd zoveel – had in zijn notatieboekje het tempo en ook het toernooi met koeienletters in één magistrale term samengevat: LANGZAAM.