Pieter de Groot van Botwinnik geeft ons regelmatig met zijn artikelen over schaakrecht een andere kijk op het schaken. Dit keer geeft hij verschillende voorbeelden van een omgekeerde toren. Dit artikel gaat over de omgekeerde toren. Eerst volgen vier voorbeelden van een pion die op de achterste rij blijft staan. Het eerste is dat van een onbekende componist, het tweede een studie van Richard Réti, het derde een geschil in een partij tussen Karpov-Kasparov, Linares 1993, en het laatste de schaakrechtklucht van de scheidsrechter Orbaan, Hoogovens-
toernooi 1971.