1. Inleiding
Op 17 februari heeft de Commissie van Beroep van de Haagse Schaakbond (hierna ook: de commissie) een beroepschrift ontvangen van SV Tijdnood tegen de uitspraak van de competitieleider van de Haagse Schaakbond (hierna ook: de competitieleider) van 4 februari inzake de wedstrijd Tijdnood 4 – Wassenaar/Bobby Fischer 4. Op 28 maart is de Commissie van Beroep bijeengekomen om het ingediende beroep te beoordelen.
2. De achtergrond
Op 17 januari 2003 heeft de wedstrijd in de vierde klasse van de Haagse Schaakbond (hierna ook: HSB) tussen Tijdnood 4 – Wassenaar/Bobby Fischer 4 plaatsgevonden. Bij deze wedstrijd heeft zich een aantal incidenten voorgedaan, reden waarom SV Wassenaar/Bobby Fischer per brief van 19 januari 2003 bezwaar heeft aangetekend tegen de uitslag 6 – 2. Nadat de competitieleider beide partijen de gelegenheid heeft geboden hun mening te geven en te reageren op elkaar -van welke mogelijkheid zowel SV Wassenaar/Bobby Fischer bij brief van 27 januari 2003, als SV Tijdnood bij brieven van 22 januari en 30 januari 2003 gebruik hebben gemaakt-, doet de competitieleider op 4 februari uitspraak op het beroep.
3. Het besluit van de competitieleider
In haar besluit van 4 februari verwerpt de competitieleider het bezwaar van SV Wassenaar/Bobby Fischer. Wel acht zij het verloop van de wedstrijd met dermate veel problemen dat aanvullende maatregelen nodig zijn:
"De wedstrijd Tijdnood 4 – Wassenaar/B.F. 3 en de gelijktijdig door Tijdnood 3 te spelen wedstrijd op vrijdag 14 februari 2003 dienen door een externe neutrale wedstrijdleider te worden geleid. Hetzelfde geldt ook voor vrijdag 4 april als Tijdnood 4 tegen DSC 9 speelt."
In het besluit wordt tevens aangegeven dat door het HSB-bestuur op 29 januari 2003 beperkingen worden opgelegd aan SV Tijdnood ten aanzien van de toegestane wedstrijdleiders voor de thuiswedstrijden van Tijdnood voor het seizoen 2003-2004. Aangezien dit voor de inhoudelijke beoordeling van het beroep niet van belang is, wordt hier niet verder op ingegaan.
4. Het beroep van SV Tijdnood
Tegen het besluit van de competitieleider tekent SV Tijdnood beroep aan per e-mail van 13 februari 2003. Als gronden voor beroep tegen de beslissing van de competitieleider voert SV Tijdnood onder andere aan:
"Ons inziens heeft onze wedstrijdleider in betreffende wedstrijd correct gehandeld en is deze maatregel overbodig."
Ter ondersteuning van deze stelling wordt aangevoerd dat de conclusie van de competitieleider, namelijk dat de wedstrijdleider in de onderhavige wedstrijd niet correct heeft gehandeld, niet inhoudelijk kan worden onderbouwd met feiten. Daarnaast maakt SV Tijdnood bezwaar tegen het besluit van het bestuur van de HSB.
5. Beoordeling van het beroep
5.1 Ontvankelijkheid
Tegen besluiten van de competitieleider staat beroep open bij de Commissie van Beroep (art. 4 lid 1 Competitiereglement). De commissie constateert dat het competitiereglement geen mogelijkheden biedt om beroep aan te tekenen tegen besluiten van het bestuur van de HSB. Voor zover het beroep van SV Tijdnood de uitspraak van het bestuur van de HSB betreft, verklaart zij het beroep dan ook niet-ontvankelijk. In het vervolg zal onder beroep worden verstaan het beroep voor zover gericht tegen het besluit van de competitieleider. Tegen besluiten van het bestuur van de HSB dient bezwaar te worden gemaakt in de Algemene Ledenvergadering van de HSB.
Een beroep moet binnen 14 dagen na de uitspraak van de competitieleider worden ingediend (art. 4 lid 2 Competitiereglement). De commissie constateert dat het beroep tijdig is ingediend en verklaart het beroep van SV Tijdnood, zoals gemeld voor zover gericht tegen het besluit van de competitieleider, ontvankelijk.
5.2 Inhoudelijke beoordeling
Voor de inhoudelijke beoordeling van het beroep is artikel 27 van het Competitiereglement van belang. Het eerste lid van dat artikel legt de ontvangende vereniging de plicht op te zorgen voor een neutrale wedstrijdleider. Deze wedstrijdleider dient ter zake kundig te zijn (art. 27 lid 1 Competitiereglement).
5.2.1 De wedstrijdleider
Ten aanzien van de beoordeling of de wedstrijdleider van de wedstrijd Tijdnood 4 – Wassenaar/Bobby Fischer 4 ter zake kundig was, constateert de commissie het volgende.
Allereerst bleek dat bij binnenkomst van de eerste twee spelers van Wassenaar/Bobby Fischer, Pluut Sr. en Pluut jr., er onduidelijkheid was over de bordnummering. In ieder geval was er voldoende onduidelijkheid voor zowel dhr. Pluut Sr. en zijn tegenstander om achter de verkeerde kleuren plaats te nemen. Bovendien konden zij een of meerdere (halve) zetten doen voordat door de wedstrijdleider werd geconstateerd dat de spelers achter de verkeerde kleuren hadden plaatsgenomen. Een mogelijke oorzaak hiervan is te vinden in de brief van SV Tijdnood d.d. 22 januari, waarin wordt geschreven: ‘De wedstrijdleider zag dit […] van een afstand gebeuren […]'.
Ten tweede is er een onbegrijpelijke regeling voor de klokken bedacht. Zes spelers van Wassenaar/Bobby Fischer arriveerden om 20.20 uur, 50 minuten na het officiële begintijdstip van de wedstrijd. Vanwege een file beriep Wassenaar/Bobby Fischer zich op overmacht. Vervolgens is er, gesteld door Wassenaar/Bobby Fischer en niet weersproken door Tijdnood, door de wedstrijdleider een ‘compromis' gesloten. Hierbij kregen de spelers van Wassenaar/Bobby Fischer 25 minuten tijd extra en zouden zij nogmaals 25 minuten krijgen ‘als een Wassenaarse vlag valt'. Een dergelijke regeling met eenzijdig extra tijd bij het vallen van de vlaggen, past niet binnen de bestaande regels van het schaakspel.
Tot slot krijgt de commissie uit de gehele briefwisseling tussen Wassenaar/Bobby Fischer, Tijdnood en de HSB de indruk dat de wedstrijd nogal chaotisch en met diverse incidenten is verlopen. Gezien het verloop van de wedstrijd, in samenhang met de hier voorgaand genoemde punten, acht de commissie de conclusie van de competitieleider, waarin zij stelt dat de wedstrijdleider bij de wedstrijd Tijdnood 4 – Wassenaar/Bobby Fischer 4 niet naar behoren heeft gefunctioneerd, terecht. Het beroep faalt dan ook op dit punt.
5.2.2 De genomen maatregelen
Naar aanleiding van de constatering dat de wedstrijdleider bij de wedstrijd Tijdnood 4 – Wassenaar/Bobby Fischer 4 niet naar behoren heeft gefunctioneerd, heeft de competitieleider besloten dat voor de wedstrijd Tijdnood 4 – Wassenaar/B.F. 3, de gelijktijdig door Tijdnood 3 te spelen wedstrijd op vrijdag 14 februari 2003 en de wedstrijd Tijdnood 4 – DSC 9 van 4 april 2003 door een externe neutrale wedstrijdleider dienen te worden geleid. Bij de beoordeling van de bevoegdheid om maatregelen te treffen, heeft de commissie het volgende overwogen.
In het competitiereglement zijn geen bepalingen opgenomen wat moet geschieden in het geval er sprake is van een wedstrijd waarbij de wedstrijdleider niet naar behoren functioneert of heeft gefunctioneerd. Op grond van artikel 39 van het competitiereglement, waarin de competitieleider de bevoegdheid krijgt te beslissen in onvoorziene omstandigheden, acht de commissie de competitieleider bevoegd maatregelen te nemen om het goede verloop van de competitie te waarborgen. Hierbij is de commissie wel van mening dat genomen maatregelen proportioneel zijn.
Art. 27 lid 1 van het competitiereglement legt aan een vereniging de plicht op een neutrale wedstrijdleider te leveren. Indien een club deze verplichting niet nakomt, dient de competitieleider de desbetreffende club hierop aan te spreken. Pas als de club dan weer in gebreke blijft, acht de commissie het nemen van maatregelen, zoals bijvoorbeeld het verplichten van wedstrijdleiding door externe wedstrijdleiders, te rechtvaardigen. Tot het direct aanstellen van een externe wedstrijdleider kan slechts worden overgegaan indien er sprake is van een noodtoestand.
In de onderhavige situatie was er voor de wedstrijden op 14 februari 2003 naar de mening van de commissie een noodtoestand als bedoeld in de vorige paragraaf. Uit de correspondentie tussen SV Tijdnood, SV Wassenaar/Bobby Fischer en de HSB heeft de commissie afgeleid dat de spanningen tussen beide verenigingen hoog waren opgelopen. Het ingrijpen door de competitieleider door middel van het verplichten van een externe wedstrijdleider acht de commissie in dit geval gerechtvaardigd.
Voor de wedstrijd van 4 april 2003 tussen Tijdnood 4 en DSC 9 acht de commissie deze noodsituatie niet aanwezig. Eveneens is uit het besluit van de competitieleider niet gebleken dat zij of het HSB-bestuur SV Tijdnood heeft verzocht voor betere wedstrijdleiding te zorgen. Uit de mededeling van de competitieleider van 4 februari blijkt juist dat SV Tijdnood door het bestuur van de HSB wordt verzocht voor een andere wedstrijdsecretaris te willen zorgen. Op grond van het voorgaande acht de commissie de maatregelen van de competitieleider voor de wedstrijd van 4 april niet proportioneel.
6. Conclusie
De commissie verwerpt het beroep van SV Tijdnood tegen het besluit van de competitieleider voor het aanstellen van een externe wedstrijdleider voor de wedstrijden van 14 februari.
De commissie vernietigt het besluit van de competitieleider voor het aanstellen van een externe wedstrijdleider voor de wedstrijd van 4 april.
Voor het beroep van SV Tijdnood tegen het besluit van het bestuur van de HSB d.d. 29 januari 2003 verklaart de commissie zich onbevoegd.
7. Waarborgsom
De commissie acht voldoende grond aanwezig om de waarborgsom te restitueren.
8. Aanbevelingen
Naar aanleiding van dit beroep, mede in samenhang met het beroep van SV Wassenaar/Bobby Fischer tegen hetzelfde besluit van de competitieleider, hecht de Commissie van Beroep er zeer aan, enige aanbevelingen te doen aan de HSB en de aangesloten verenigingen om soortgelijke problemen in de toekomst te voorkomen.
Aanbevelingen aan de HSB:
Neem in het Competitiereglement op dat een wedstrijdleider bij een wedstrijd niet eveneens teamleider van een van de teams die aan die wedstrijd deelnemen, mag zijn.
Neem in het Competitiereglement op dat teams voorafgaande aan hun wedstrijd een schriftelijke teamopstelling overleggen aan de wedstrijdleider. Bij afwezigheid van een opstelling dienen spelers voor aanvang van hun partij schriftelijk aan te geven op welk bord zij spelen.
Trek alle op dit moment verleende ontheffingen voor afwijkende aanvangstijdstippen van verenigingen in. Wees in de toekomst zeer terughoudend met het verlenen van ontheffingen en zorg dat regelmatig wordt gecontroleerd of de noodzaak voor de ontheffing nog bestaat. Het is gebleken dat afwijkende aanvangstijdstippen voor veel onduidelijkheid kunnen zorgen.
Aanbevelingen aan de verenigingen:
Maak teamleiders (en spelers) bekend met de mogelijkheid een wedstrijdformulier "onder bezwaar" te tekenen en instrueer wedstrijdleiders om teams te wijzen op de mogelijkheid voor teamleiders om "onder bezwaar" te tekenen.
9. Slotopmerking
Tijdens de beroepszaken heeft de commissie geconstateerd dat er (pogingen tot) ‘onderhandelingen' over de uitslag zijn geweest. Het aanbieden om een uitslag om te zetten in een andere dan tijdens de reguliere wedstrijd bereikt ter oplossing van een onderling geschil, acht de commissie verwerpelijk. Indien partijen een minnelijke oplossing willen bereiken, acht de commissie de enige mogelijkheid het, uitsluitend na verkregen toestemming van de competitieleider, overspelen van de gehele wedstrijd.